Ailli (pierre d’) - of Petrus de Ailiaco, Fransch theoloog en geleerde ten tijde van het groote pauselijk schisma (1378-1417); hij werd geb. 1350 in Noord-Frankrijk, waarschijnlijk in het vlek Aillihaut-clocher (dep. Abbéville), en opgevoed te Compiègne en stierf te Avignon 9 Aug. 1420 als pauselijk legaat. In 1380 werd hij doctor in de theologie aan de Sorbonne en in 1384 kwam hij te staan aan het hoofd van het college van Navarre, waar zijne latere geestverwanten Gerson en Nic. de Clémanges zijne leerlingen werden; in 1389 werd hij kanselier der Universiteit van Parijs, in 1395 bisschop van Puy, in 1398 van Cambrai, terwijl hij later door paus Johannes XXIII tot kardinaal werd verheven. Zijn hoofdstreven was een einde te maken aan het pauselijk schisma en de reformatie der kerk te bevorderen.
Hij vooral gaf den stoot tot de samenroeping van de reformatorische conciliën te Pisa en te Constanz, waar hij de hoofdvertegenwoordiger was van hen, die de leer huldigden, dat een algemeen concilie boven den paus staat. Hij was in alles, ook tegenover den paus, een bijzonder zelfstandig man. Op het concilie van Constanz toonde hij zich een heftig tegenstander van Huss en stemde hij ook voor diens veroordeeling. — Hij schreef verschillende theologisch-philosophische werken. Hij leerde, dat de zekerheid van het bestaan eener buitenwereld minder groot is dan die van het Ik. Het bestaan van God kan men niet bewijzen, maar alleen gelooven. Zijn hoofdwerk is: Quaestiones super quatuor libros sententiarum (Straatsburg 1490). Zie: P. Tschackert, Peter von Ailli, Gotha 1877; Salembier, Petrus de Ailiaco. Lille 1886. — Het geograf. werk Imago Mundi (beeld der wereld), verschenen vóór 1487, heeft in de geschiedenis der ontdekking van Amerika een belangrijke rol vervuld.
Hierin leert d’Ailli, dat Indië ook langs den Westelijken weg te bereiken is. Volgens Humboldt is de invloed van dit werk op Columbus nog grooter dan zijn correspondentie met Toscanelli. Columbus bezat eene kopie, die nog in de Bibliotheca Columbina te Sevilla wordt bewaard, waarin op de marge verschillende aanteekeningen van den ontdekker zelf zijn geschreven. Ook in een ander boek van Columbus, de „Libro de las profecias”, komen verschillende aanteekeningen voor, genomen uit d’Ailli’s werk. Las Casas zegt dan ook in zijn „Historia de las Indias”, vol. I, xi, 89, dat d’Ailli van alle „moderne” schrijvers den grootsten invloed heeft uitgeoefend op de verwezenlijking van Columbus’ plannen.