Wat is de betekenis van Afdeeling?

2024-04-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Afdeeling

officieele naam in Ned. O.-I. v/e gewestdeel.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Afdeeling

1° naam van de sectiën, waarin de Kamers der Staten-Generaal zich splitsen moeten om de wetsvoorstellen te onderzoeken. Om de vier maanden wordt in de Tweede Kamer, om de drie maanden in de Eerste Kamer, door lot bepaald, tot welke a. ieder lid zal behooren. Staten-Generaal. Ook in de Belg. Kamer kent men a., zes in getal en van een en der...

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afdeeling

Afdeeling - 1) onderdeel van een gewest in Ned.-Indië, op Java gewoonlijk samenvallende met een regentschap; aan het hoofd der a. staat op Java een assistent-resident, behalve in de meeste a. waarin gewestelijke hoofdplaatsen liggen, waar de resident zelf hoofd van het plaatselijk bestuur is. 2) (milit.), bij de veldartillerie, onderdeel van een re...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afdeeling

AFDEELING v. (-en), verdeeling, indeeling; ook : hoofdstuk, paragraaf; — (toonk.) meer op zich zelf staand gedeelte van een muziekstuk, door eene langere rust van het volgende gescheiden; — vereeniging van personen die een deel uitmaken van eene grootere vereeniging: de vereeniging „ Volksonderwijs’’ telt vele afdeeli...

2024-04-29
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Afdeeling

z.n.v. - Zie eskader, smaldeel.