Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Achterhoede

betekenis & definitie

Achterhoede - is het gedeelte van eene marcheerende troepenafdeeling, dat deze op eenigen afstand volgt en dat tot taak heeft die afdeeling (de hoofdmacht) in den rug tegen aanvallen van den vijand te beschermen. Bij een marsch in de richting van den vijand is de taak der a. van weinig beteekenis (afwijzen van in den rug doorgedrongen vijandelijke cavalerie-patrouilles en verder politiediensten, zooals het opnemen van achterblijvers, het toezicht op marodeurs enz.). Van het hoogste belang is echter de taak der a. bij een terugtocht en vooral indien die terugtocht plaats heeft na een verloren gevecht en ’s vijands vervolging moet worden tegengegaan. Zoolang de vijand niet opdringt, zal de a. zich in marschcolonne bewegen en op haar beurt eene kleine afdeeling (achtertroep) voor dekking in den rug achterlaten, terwijl door patrouilles steeds de voeling met den vijand moet worden onderhouden. Zeer moeilijk is de taak van de a., indien de vijand de vervolging is begonnen en sterk opdringt.

Zij kan in dat geval, in tegenstelling met eene voorhoede, niet op steun van de hoofdmacht rekenen en zal in gevechtsvorm van stelling tot stelling terug moeten gaan, waarbij de bezetting van défilé’s, dorpen, rivierovergangen — in ’t algemeen van die punten, waar de vijand gemakkelijk met zwakke krachten kan worden opgehouden — van het hoogste gewicht is. Zoodra de hoofdmacht een voldoend grooten voorsprong heeft gekregen, moet het gevecht worden afgebroken, om op eene volgende stelling terug te kunnen gaan. Als regel zal de a. het gevecht verdedigend voeren. Dringt de vijand zeer sterk op, dan kan zich het geval voordoen, dat de a. moet aanvallen om de hoofdmacht lucht te verschaffen, terwijl zij zich in het uiterste geval moet opofferen. Samenstelling en afstand der a. zijn van tal van omstandigheden afhankelijk (aard van het terrein, toestand van de eigen hoofdmacht en van den vijand, enz.) Cavalerie en wielrijders, die zich snel kunnen verplaatsen, eigenen zich bijzonder om de a. te vormen. Zij zullen echter bij sterk opdringen van den vijand den steun van infanterie, artillerie en mitrailleurs niet kunnen ontberen. Ook pioniers kunnen bij de a. worden ingedeeld voor het maken van versperringen en het uitvoeren van vernielingen; zij zullen dan veelal worden vooruitgezonden of bij de voorhoede ingedeeld om deze werkzaamheden voor te bereiden.