Aanneming als lid van een kerkgenootschap - eigenlijk het onderzoek door den predikant en een of meer ouderlingen, ingesteld, voor dat iemand tot de rechten van het lidmaatschap der kerk wordt toegelaten. Het wordt gevolgd door de openbare afneming van geloofsbelijdenis, ook wel bevestiging genoemd. Tegenover het R.K. vormsel kwam reeds vroeg onder de Protestanten de vraag op: waardoor worden de doopleden tot het avondmaal gerechtigd? Dit geschiedde op verschillende wijzen door een geloofsbelijdenis, die het besluit van het godsdienstonderwijs was. Na 1816 moest in de Ned.
Herv. kerk de bevestiging der lidmaten in het openbaar plaats hebben, waardoor zij op het terrein van de liturgie kwam. Bij die gelegenheid wordt een drietal vragen gesteld, althans „in geest en hoofdzaak”. De vervaging en het misbruik van die invoeging uit het jaar 1880 leidde tot beroering in de Ned. Herv. Kerk. Vgl. E. F. Kruyf, Liturgiek, 1901.