Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zionisme

betekenis & definitie

[<Sion], o., joodse beweging die ernaar streeft de verstrooid wonende joden te verenigen in de staat Israël.

(e) De voornaamste grondlegger van het zionisme was de journalist T.Herzl, die als gevolg van de →Dreyfus-affaire ervan overtuigd raakte dat joodse emancipatie, resp. assimilatie ook in de westerse samenlevingen tot de onmogelijkheden behoorde. Het zionisme kreeg de meeste aanhang onder de Oosteuropese joden, die ca.1900 te lijden hadden onder de Russische pogroms. Van invloed op de komst van het zionisme was tevens de aloude heilsverwachting van het beloofde land. Herzl gaf aan het zionistisch streven uiting in zijn brochure Der Judenstaat (1896). In 1897 organiseerde hij het eerste zionistencongres (Bazel), dat als doel formuleerde een publiekrechtelijk gewaarborgde woonplaats voor de joden in Palestina. Mede als gevolg van de pogroms vestigden zich inderdaad joodse kolonisten in Palestina, dat sinds de 16e eeuw tot het Osmaanse Rijk behoorde.

De Turkse sultan bleek ongenegen het recht op autonome joodse nederzettingen te verlenen, reden waarom er werd uitgekeken naar een ander nationaal tehuis. Na de dood van Herzl (1904) kregen de voorstanders van kolonisatie in Palestina de overhand. In 1917 beloofde de →Balfourdeclaratie de joden een nationaal tehuis in Palestina en wel zodanig, dat de rechten van de inheemse bewoners van dat land onaangetast zouden blijven. Na de Eerste Wereldoorlog werd Palestina Brits mandaatgebied. De Balfourdeclaratie en de joodse immigratie stuitten op Arabisch verzet. In 1922 kwam de Britse regering met de zgn.

Churchillstatement: de Balfourdeclaratie zou niet van toepassing zijn op Transjordanië en de immigratie in Palestina moest in overeenstemming blijven met het economisch absorptievermogen van het land. Het was ondertussen tot botsing tussen de joden en Arabieren gekomen. De eersten richtten toen als militaire organisatie de →Haganah op. Kolonisatorisch kwamen de joodse immigranten tot grote prestaties: de drooglegging van moerassen, het in cultuur brengen van verwaarloosde gronden en de stichting van nieuwe steden, inclusief industriebranches. Wel nam de Engelse regering verdere beperkende maatregelen tegen de joodse landaankoop en immigratie, maar na het aan de macht komen van de nationaal-socialisten in Duitsland (1933) werd het zionisme in Palestina door talrijke nieuwkomers versterkt. In 1937 kwam het tot ernstige botsingen.

Engeland bleef concessies doen aan de Arabieren. Een Engels witboek (1939) kon als een herroeping van de Balfourdeclaratie geïnterpreteerd worden. Na de Tweede Wereldoorlog bereikte het zionisme zijn doel in de stichting van de staat Israël (1948), waarna de zionistische beweging minder betekenis had. Haar voornaamste functies zijn nog: bevordering van de Hebreeuwse taal en de immigratie (het grootste deel van de joden leeft nog in de verstrooiing). LITT. G.Landauer, Der Zionismus im Wandel dreier Jahrzehnte (1957); A.R.Taylor, Prelude to Israël (2e dr. 1961); W.Laqueur, A hist. of zionism (1972); D.Vital, The origins of zionism (1975); N. J.Mandei, The Arabs and zionism before World War i (1975); H.Fisch, The zionist revolution (1978); D.V.Segre, A crisis of identity (1980).