Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zeildoek

betekenis & definitie

m./o.,

1. zeer stevig, dicht weefsel in effen binding, dat voor zeilen voor schepen en dekzeilen wordt gebruikt (e);
2. vloerzeil, tafelzeil enz.;
3. zeil(en) van een schip.

(e) Zeildoek wordt gemaakt van vlas, katoen, hennep, nylon of polyester, en wel in vele zwaartes. Er zijn diverse toepassingen, afhankelijk van de gewichtsgroepen:

1. licht: ca. 50—150 g/m2; nylon spinnaker (zgn. ballonfok); dun nylondoek gecoat met pvc voor dekkleden, grondzeilen, regenpakken; polyester voor lichte jachtzeilen;
2. middelzwaar: ca. 200—500 g/m2; katoen: tenten, zakken, tassen, kappen, schermen; acryl: tenten, zonwering; polyester: middelzware jachtzeilen;
3. zwaar: ca. 500—1000 g/ m2; hennep, vlas, katoen (vroeger) zeilen van schepen voor binnenvaart en zee, legertenten en zware dekzeilen (‘ducks’); polyester zeildoek voor grote zeegaande jachten.

De nabewerking van zeildoek omvat verven, waterdicht en roten schimmelwerend maken, vooral voor de natuurlijke vezels (cellulose), vroeger met lijnolie, paraffine resp. taan, tegenwoordig met paraffine en diverse chemische preparaten. Jachtzeildoek wordt vaak met kunsthars geïmpregneerd om de luchtdoorlatendheid te verkleinen. Coating geschiedt vooral met PVC, op dun nylondoek.