Wat is de betekenis van ZEILDOEK?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zeildoek

zeildoek - Zelfstandignaamwoord 1. een grof, stevig weefsel waarvan zeilen gemaakt worden Woordherkomst samenstelling van zeil en doek

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zeildoek

zeildoek - zelfstandig naamwoord uitspraak: zeil-doek 1. zeer stevig weefsel van hennepgaren ♢ de zeilen van de meeste zeilboten zijn van zeildoek gemaakt Zelfstandig naamwoord: zeil-doek het en de zeildoek

2024-04-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

zeildoek

zeildoek - Stevige, zware canvas, hoofdzakelijk gebruikt voor zeilen, tenten en stoffering.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zeildoek

s.n., seildoek (it); — van ¾ el breedte, trijefearnsdoek; van —, seildoeks.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zeildoek

o., 1. grof, zeer stevig weefsel van hennepgaren (gelling) dat in loog en kalk gekookt en gebroeid is, waarvan zeilen vervaardigd worden; 2. hetzelfde of een soortgelijk weefsel als onder 1., gewast en geverfd om als vloerbedekking, tafelzeil enz. te dienen.

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Zeildoek

(1), uit hennep of jute vervaardigd weefsel, soms waterdicht gemaakt, voor zeilen, tenten afdichting enz.; (2) (wasdoek) meest katoen- of linnenweefsel aan één zijde voorzien van een waterdichte, glanzende, gekleurde vernislaag.

2024-04-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

ZEILDOEK

wordt in verschillende betekenissen gebruikt en wel als synoniem met leerdoek en soms met canvas. In eigenlijke zin is het een weefsel dat voor dekzeil en scheepszeil wordt gebruikt. De zwaardere soorten worden uit hennep-, de lichtere van katoenen garens geweven. Het wordt dicht geweven en soms met bruine lijnolie-verf geïmpregneerd.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zeildoek

o. (grof en sterk weefsel, waarvan de zeilen gemaakt worden; ook: zeil 1).