Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

statistiek

betekenis & definitie

[→Hd.], v.,

1. wetenschap die zich bezighoudt met de waarneming van massaverschijnselen (e); theoretische of mathematische —, de beoordeling van de betrouwbaarheid van de statistische tellingen;
2. (-en), uitkomst van zo’n onderzoek, stuk waarin feiten of gegevens van statistische aard zijn vervat: een — opmaken.

(e) In de statistiek bedoelt men met massa de statistische populatie, d.w.z. de gehele groep die in beschouwing wordt genomen. Deze populatie kan van zeer groot tot klein zijn. Men onderscheidt primaire en secundaire statistiek. Bij de primaire statistiek worden met behulp van vragenlijsten of telkaarten gegevens verzameld bij een groep berichtgevers met het primaire doel deze gegevens voor de statistiek te benutten. De secundaire statistiek is gebaseerd op reeds voor andere doeleinden verzamelde gegevens. Nadat het verzamelde grondmateriaal getoetst is op volledigheid en betrouwbaarheid, wordt het beschreven en wel op een zodanige wijze dat gemakkelijk conclusies kunnen worden getrokken die een inzicht geven in de aard van het onderzochte verschijnsel.

Deze beschrijving bestaat o.a. in het op overzichtelijke wijze groeperen der gegevens in tabellen, het weergeven in grafische voorstellingen, het maken van frequentieverdelingen, het nagaan van de centrale tendentie (modus, mediaan e.d.), het voor een betere vergelijkbaarheid berekenen van indexcijfers enz. Het verzamelen en controleren van individuele gegevens en het beschrijven van de daaruit samengestelde massa’s vat men samen onder de term beschrijvende statistiek.

Naast de beschrijvende statistiek kent men de inferentiële of mathematische statistiek, vooral gebruikt als men op basis van een →steekproef conclusies wil trekken over de populatie waaruit die steekproef is getrokken. De steekproef moet dan wel aan bepaalde eisen voldoen, moet m.n. aselect getrokken zijn. De conclusies kunnen betrekking hebben op toetsen en schatten. Bij het toetsen is b.v. het doel om te onderzoeken of een verband tussen twee variabelen, dat men in de steekproef vindt, óók in de populatie bestaat, of dat het aan toevallige fluctuaties toegeschreven zou kunnen worden. Bij schatten is het doel om vanuit een op basis van de steekproef gevonden waarde (b.v. gemiddeld inkomen) te schatten hoe die waarde in de populatie zal zijn. In beide gevallen worden uitspraken gedaan in de trant van: met x % betrouwbaarheid (gebruikelijk is: 95 %) kunnen we zeggen, dat....

Bij schatten komt hier nog bij, dat de geschatte waarde omgeven wordt met bepaalde marges, waarvan de grootte afneemt naarmate de steekproef groter is. Verder behoren tot het werkterrein van de statistiek de statistische analyse, het onderzoek naar het verband tussen kwantitatieve grootheden, en de prognose, het voorspellen van het toekomstig verloop van de bestudeerde grootheden.

De wiskundige statistiek houdt zich bezig met de toepassing van de wiskunde in de natuuren maatschappijwetenschappen, vooral ten dienste van schattingen op grond van weinig gegevens. De methoden die ontwikkeld zijn om de onzekerheidsmarges in de uitkomsten der berekeningen vast te stellen, staan in nauw verband met de →waarschijnlijkheidsrekening.

Op zichzelf is de statistiek niet nuttig. Ze is slechts een hulpmiddel voor andere wetenschappen zoals economie, sociologie, biologie enz. Waarneming aan de populatie kan zowel eenmalig zijn om de structuur van de populatie te leren kennen, als wel meermalen geschieden teneinde de ontwikkeling van een verschijnsel in de tijd te kunnen vastleggen. Met de verzameling, verwerking en publikatie van statistische gegevens in Nederland is het →Centraal Bureau voor de Statistiek belast; in België het →Nationaal Instituut voor de Statistiek.

LITT. H.Freudenthal, Waarschijnlijkheid en statistiek (1957); M.L.Wijvekate, Verklarende statistiek (1966).