v./m. (-n), in Friesland oorspronkelijk huisstede, later vnl. gebruikt in de zin van meetellende hoeve.
(g) Aan de rechtvoerende staten (riuchtferende stathen) was het recht verbonden om bij toerbeurt het rechterschap te vervullen; zij staan dus op één lijn met de edele heerden in de Groningse Ommelanden. Naast deze staten, waarover het rechterambt omging, waren er minder belangrijke hoeven, die niet riuchtferend waren, de gewone stemdragende hoeven, schotschietende huizen of ploeggangen genaamd. Hieraan was het stemrecht verbonden in allerlei staatkundige en kerkelijke aangelegenheden, zoals de keuze van de pastoor, later predikant (→patronaat), de verkiezing van volmachten voor de landdagen e.d., publiekrechtelijke bevoegdheden. Heremastate duidt aan de state van de familie Herema. Verscheidene buitenhuizen en boerenhoeven in Friesland worden nog met deze oude benaming aangeduid.
LITT. N.A.Algra, Enkele rechtshist. aspecten van de grondeigendom in Westerlauwers Friesl. (1966).