Wat is de betekenis van State?

2024-04-27
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

state

(zelfstandig naamwoord) [alg.] toestand, staat, status - De kans is groot dat u na het zien van deze filmpjes achterblijft in een staat van volledige verwarring of ontreddering.

2024-04-27
Blockchain woordenboek

Redactie Ensie (2021)

State

state is het resultaat van een momentopname van alle saldi en gegevens die zich op dat specifieke moment in een blokchain van een crypto network bevinden.

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

state

state - Zelfstandignaamwoord 1. een voormalige (adellijke) burcht of landhuis in de provincie Friesland. * stins Woordherkomst Naamwoord van handeling van staan met het achtervoegsel -te

2024-04-27
Inleiding in de counselling

Drs. Markus van Alphen (2016)

State

een staat van zijn. Dit begrip wordt als tegenhanger van een trait gebruikt: een state is een huidige staat van zijn die het resultaat is van de huidige situatie, en is daarom situatieafhankelijk.

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

State

[Fries] adellijk slot of landhuis in Friesland (vgl. stins).

2024-04-27
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

State

in Friesland oorspronkelijk huisstede, later vnl. gebruikt in de zin van meetellende hoeve: adellijk landhuis. Aan de rechtvoerende staten [riuchtferende stathen) was het recht verbonden om bij toerbeurt het rechterschap te vervullen; zij staan dus op één lijn met de edele heerden in de Groningse Ommelanden. (→ redger). Naast dez...

2024-04-27
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

STATE

Oorspronkelijk: huisstee, later ook: huis (met of zonder omgeving van hornleger, appelhof enz.). Zo heeft zich een afgeleid begrip S. gevormd: aanzienlijk huis (bijv. een stins), dat dan mede zijn naam aan de hele saté gaf. Was het huis minder opvallend, dan heette de hele plaats naar het land: de zus-en-zo-sate. -> Compendium, Hoe de Fri...

2024-04-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

state

I. 1. staat, toestand; stemming; 2. stand, rang; 3. staat, rijk; 4. staatsie, praal, luister; the States, de Verenigde Staten; the States General, de Staten-Generaal; keep state, een grote staat voeren; in state, in staatsie, in gala; officieel; in plechtige optocht; what a state you are in!, wat zie jij er uit!; he was in a great state of mind, in...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

state

zomer.