o. (-n), verbinding van silicium met zuurstof.
(e) Er zijn twee siliciumoxiden bekend, nl. siliciummonoxide (SiO) en siliciumdioxide (SiO,), waarvan het dioxide het algemeenst voorkomt. Van Si02 zijn zeven allotrope toestanden bekend die voor een deel in metastabiele toestand voorkomen. Stabiele vormen zijn alfaen bètakwarts, gamma-tridymiet, bètacristoballiet. Kwarts is zeer hard, heeft een smeltpunt van 1600 °C (in metastabiele toestand) en gaat hierbij over in een taaie vloeistof die bij afkoeling overgaat in een amorfe glasachtige modificatie. Deze kan bij verhitting tot uiterst fijne draden worden uitgetrokken (dikte enkele micrometer) die wegens hun groot draagvermogen toegepast worden als ophangdraden in fysische instrumenten. Amorf Si02 heet kwartsglas, heeft een zeer kleine uitzettingscoëfficiënt en kan dus snelle verandering van temperatuur verdragen zonder te springen.
Het is bestendig tegen allerlei andere invloeden, wordt o.a. door metaaloxiden slechts aangetast bij zeer sterke verhitting. Kwarts en kwartsglas laten ultraviolet licht door en worden daarom in speciale optische apparaten gebruikt in plaats van gewoon glas. Kwartsglas wordt ook voor kwiklampen gebruikt. →kwarts.