(ondervond, heeft ondervonden),
1. (een gevoel) bij zichzelf gewaarworden: verdriet, smart, pijn –; in weerwil van alle ondervonden teleurstellingen;
2. door ervaring de overtuiging krijgen van iets: je zult – dat ik niet kwaad ben;
3. ondergaan: invloed van iets –;
4. beleven, ervaren: we hebben heel wat ondervonden op onze reis; soms in ongunstige of schertsende zin als iets onaangenaams ervaren: je moet het zelf maar eens –.