Iers nationalist, *18. 7.1794 Connorville (Cork), ♱30.8.1855 Notting Hill. O’Connor ontwikkelde zich tot een volksredenaar met groot gezag.
In 1832 werd hij afgevaardigde naar het parlement, waar hij de rechten van de Ieren bepleitte. Aanvankelijk was hij aanhanger van D. O’Connell, maar vanwege zijn radicalisme in de Ierse kwestie werd hij door O’Connell uitgestoten, waarna hij zich bij de chartisten voegde (→chartisme). Een opstand, door O’Connor beraamd te Birmingham (1839), mislukte. Hij werd gearresteerd, maar kwam in 1847 terug in het parlement en ijverde er voor een volkspetitionnement, dat in 1848 werd aangeboden. Na de mislukking van dit People’s Charter en van zijn eerder communistisch gerichte plannen, werd hij krankzinnig. Werk: A practical work on the management of small farms (1842).LITT. D.Read en E.Glasgow, F.O’Connor (1961); G.D.H.Cole, Chartist portraits (1965).