v./m., de snijlijn van het vlak van een loopbaan met een standaardvlak, waarvoor in het geval van planeten of kometen de ecliptica wordt gekozen.
(e) De knopenlijn van een planetenbaan gaat door de zon en snijdt de hemelbol in twee diametraal tegenover elkaar gelegen punten, die men klimmen de en dalende knoop noemt; dit zijn dus de punten, waarin de baan van het beschouwde hemellichaam de ecliptica snijdt: zijn breedte is hier nul. De knopenlijn van de maansbaan en die van de banen van kunstmanen gaan door de evenaar van de aarde. De knopenlijn van de planeten en manen draait in het algemeen door precessiewerking ‘terug’, d.i. naar het westen. Die van de maan loopt 19° 34' per jaar terug, zodat zij in 18,61 jaren rond gaat. (→sa ros). De lengte van de klimmende knoop (d.i. dus zijn afstand, langs de ecliptica gemeten, tot het lengtepunt) is een van de elementen van de loop baan.
Bij een dubbelsterrenpaar is de knopenlijn van de baan van de zwakste component de lijn door de hoofdster in het vlak loodrecht op de verbindingslijn tussen de waarnemer en de hoofdster.
