Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Jansenius

betekenis & definitie

Cornelius, eigenlijk: Cornelis Jansen, Ned. rooms-katholiek theoloog, *28.10.1585 Leerdam, ♱6.5.1638 leper. Jansenius promoveerde te Leuven, waar hij hoogleraar werd in de godgeleerdheid (1618) en de exegese (1630).

In 1636 werd hij bisschop van leper. Hij nam actief deel aan de discussies over de theologische strijdpunten van zijn dagen. Vooral de twistpunten over het →molinisme en de leer van Augustinus van Hippo trokken zijn aandacht. Hij vatte de opvattingen van Augustinus over genade, predestinatie en vrije wil samen in een werk, Augustinus, dat evenwel postuum verscheen (1640), op de index kwam (1641) en tot veel strijd aanleiding gaf (→jansenisme). Jansenius stierf aan de pest. Werken: De interioris hominis reformatione (1626), Tetrateuchus, seu commentarius in quattuor evangelia (1639), Pentateuchus, seu commentarius in quinque libros Moysis (1639), Augustinus (3 dln. 1640), Analecta (1644). Uitgave:La correspondance de Jansénius, door J.Orcibal (1947).LITT. A.de Meyer, De werkwijze van Jansénius in zijn Augustinus (1946).

< >