Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

inspecteur (inspekteur)

betekenis & definitie

[→Fr.], m. (-s), opziener, ambtstitel voor iemand wie de inspectie van het opzicht en toezicht over iets is opgedragen: der registratie en domeinen; — bij het lager onderwijs; — van de arbeid; — bij een levensverzekeringsmaatschappij; rang bij de →politie: (gemeentepolitie) hogere leidinggevende ambtenaar; (rijkspolitie) ambtenaar belast met het onderzoek naar strafbare handelwijzen van ambtenaren en gezagsdragers of met andere bijzondere justitiële opdrachten; in België rang bij een openbaar bestuur.