Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

incidenteel

betekenis & definitie

[→Fr.], bn. en bw.,

1. (als) van een incident, bijkomstig: een zaak van incidentele aard; een — verschijnsel; (bw.) die vorm is slechts — aangetroffen; (bw.) terloops: ik kan mij daar zo — niet over uitlaten, zo in het voorbijgaan; de zaak is in de Raad slechts besproken, niet principieel;
2.(recht) tussen-, bijkomend (e).

(e) Een incidenteel beroep is een beroep dat de gedaagde in hoger beroep of de verweerder in cassatie instelt, omdat hij zich bezwaard acht door de beslissing van de lagere rechter. Incidenteel beroep kan nog worden ingesteld nadat de gewone termijn voor het instellen van beroep is verlopen en na berusting in de uitspraak. Het oorspronkelijk beroep wordt het principaal beroep genoemd in tegenstelling tot het incidenteel beroep (artt. 339, 410, 427, 429n lid 4 Ned. WBv).

In België kan de gedaagde in hoger beroep in burgerlijke, commerciële of arbeidsgeschillen te allen tijde incidenteel beroep instellen tegen alle partijen die in het geding zijn voor de rechter in hoger beroep, zelfs indien hij het vonnis zonder voorbehoud heeft betekend of er vóór de betekening in berust heeft. Het incidenteel beroep kan echter niet worden toegelaten wanneer het hoofdberoep nietig of laattijdig wordt verklaard (art. 1054 Ger. Wbk.).

In alle correctionele zaken waarin de burgerlijke rechtsvordering gebracht wordt voor de rechter in hoger beroep, kan de gedaagde bij een op de terechtzitting genomen conclusie incidenteel beroep instellen zolang de debatten in hoger beroep niet gesloten zijn (art. 203 §4 WSv, vervangen door art.2 wet van 31.5.1955). Wanneer echter alleen het OM hoger beroep instelde tegen de vrijgesproken beklaagde, kan de burgerlijke partij, die zich tegen deze beklaagde stelde, niet door zittingsbesluiten incidenteel beroep instellen (Cass.,23.12.1957,Pas.1958, I, 439). In correctionele zaken kent het incidenteel beroep geen bijzonder vormvereiste. De geïntimeerde burgerlijke partij stelt op regelmatige wijze een dergelijk hoger beroep in wanneer ze in regelmatig neergelegde besluiten de veroordeling eist van de beklaagde tot een hogere schadeloosstelling dan de eerste rechter haar toegekend had.

(Cass., 9.2.1959, Pas. 1959, I, 589 en noot).

Een incidentele vordering is een tussenvordering of een tussentijds door een der partijen of door een derde in een geding ingestelde vordering, waarover zo mogelijk vooraf, althans vóór het eindvonnis, een beslissing wordt gegeven, b.v. een vordering tot oproeping van een derde in vrijwaring, een vordering tot voeging of tussenkomst.

Tussen de partijen in het geding worden de tussenvorderingen ingesteld bij conclusies, die ter griffie worden neergelegd en aan de overige partijen overgelegd (artt. 247-249 Ned. WBv, artt. 742746 Belg. Ger. Wbk.).

< >