v./m., activiteit gericht op aanleg, instandhouding en verzorging van bossen en andere houtopstanden.
(e) De houtteelt maakt gebruik van de biologische eigenschappen van de boomsoorten en tracht, met de op dit gebied beschikbare kennis en de gegevens over de →groeiplaats, waardevol hout te produceren. Als wetenschappelijk vakgebied omvat de houtteelt de studie van het voorkomen en de samenstelling van de bossen op aarde, de biologische eigenschappen van de boomsoorten en hun relaties met de groeiplaatsfactoren. Bovendien behoren tot de houtteelt de technieken voor →bosaanleg, natuurlijke en kunstmatige →bosverjonging, →bosverzorging en de →bosbescherming. LITT. G.Houtzagers, Houtteelt (2 dln. 1954-55).