o. (-en), 1. godspenning, geld dat men iemand op hand geeft, als een soort onderpand bij het aangaan van een overeenkomst; m.n. premie voor hen die vrijwillig dienst nemen bij leger of marine; 2. het eerste geld dat een (straat)koopman of taxichauffeur op de dag ontvangt.
Uitgelicht
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 1.651 anderen in!