bw.,
1. (van tijd) spoedig, weldra: — wordt het weer lente;
2. (naderend tot bw. van modaliteit) gebruikt om ongeduld te kennen te geven: kom je
?, moet ik nog lang wachten eer je komt?; komt er — wat!, nl. een antwoord;
3. (van hoegrootheid) bijna, op weinig na: zij zijn — even groot; (zegsw.) is nog niet half, waarschuwing om het nog te verrichten werk niet te onderschatten; zó dat het niet veel scheelt; hij was — gevallen; (met ontkenning) ternauwernood: ik kan het niet doen; het regent
niet; ook ter aanduiding dat men op het punt staat iets te doen; ze is me aangevlogen; men zou denken, men zou geneigd zijn te denken.