o. (-bedrijven), het grootbedrijf in de detailhandel, m.n. van de gezeten handel.
(e) Tot het grootwinkelbedrijf behoren het →warenhuis met als bijzondere groep de →eenheidsprijzenwinkel, het →filiaalbedrijf in de detailhandel (waartegen vele zelfstandige kruideniers zich verdedigen door zich aaneen te sluiten in een →vrijwillig filiaalbedrijf, met behoud van zelfstandigheid toch de voordelen van het filiaalbedrijf), het →postorderbedrijf, de →zelfbedieningswinkel en →supermarkt. (Deze laatste twee kunnen echter ook als kleinbedrijf voorkomen.)