[Fr.], m. (-s),
1. ruigharige staande jachthond;
2. soort van pincher (e).
(e) De griffon is een klein hondje met een zeer korte snuit en oren die, ofwel gecoupeerd staande worden gedragen, ofwel ongecoupeerd afhangen. De beharing is half lang en een beetje warrig. Het gewicht varieert van 3-4,5 kg. Het ras is vermoedelijk ontstaan door kruisingen van de Affenpincher (een langharig pinchertje) met de dwergpincher en de mopshond. De staart wordt gecoupeerd. Het karakter is levendig met een gehechtheid aan de baas.
Het is ook wat men noemt een zeer ‘pienter’ dier. Men onderscheidt de griffon Belge en de griffon bruxellois. De griffon Belge is zwart of zwart met roodbruin, en de griffon bruxellois vosrood met soms een zwart masker en een zwarte snor.