Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

getuige, (persoon)

betekenis & definitie

v./m. (-n),

1. iemand die tegenwoordig is bij een handeling om later te kunnen bevestigen dat deze heeft plaatsgehad: het huwelijk wordt voltrokken in tegenwoordigheid van ten minste twee getuigen;
2. iemand waarop men zich beroept: iemand tot — nemen (of roepen);
3. iemand die, daartoe opgeroepen, voor de rechter een verklaring aflegt betreffende te bewijzen feiten (e): hij werd als opgeroepen; een — wraken, zijn getuigenis afwijzen; (spr.) één is geen de verklaring van één enkele getuige, zonder meer, verdient in rechte geen geloof;
4. iemand die bij een voorval of omstandigheid tegenwoordig is zonder erin betrokken te zijn: ik was ongemerkt van hun ontmoeting; ik hoop dat u nog lang -zult zijn van ons geluk; iemand zonder getuigen spreken, onder vier ogen.

(e) In het algemeen is ieder bevoegd en in strafzaken zelfs verplicht voor de rechter getuigenis af te leggen. Opzettelijk onjuiste onder verband van eed of belofte afgelegde verklaringen kunnen als meineed worden vervolgd. Niet ieder echter is tot het geven van getuigenis verplicht. Op grond van bepaalde omstandigheden (verwantschap, ambtsgeheim of beroepsgeheim) kan men zich ervan verschonen (➝verschoningsrecht). In strafzaken onderscheidt men de getuige a charge (ter belasting) van wie een bezwarend getuigenis, en getuige a décharge (ter ontlasting), op verzoek of vanwege de verdachte opgeroepen, van wie een bevrijdende getuigenis wordt verwacht. Eerste eis voor de bewijskracht van de door de getuige afgelegde verklaring is de geloofwaardigheid van de getuige, hetgeen aan de rechter ter beoordeling staat. De rechter mag alleen acht slaan op die verklaringen van een getuige, die feiten of omstandigheden betreffen die de getuige zelf waargenomen of ondervonden heeft.

In Nederland mogen bepaalde personen nooit anders dan buiten ede tot het geven van inlichtingen worden gehoord. In burgerlijke zaken zij, die de leeftijd van 15 jaren nog niet hebben bereikt, of die wegens ziekelijke storing der verstandelijke vermogens onder curatele zijn gesteld. Tenslotte verklaart het BW hen, die in bepaalde verhouding tot één der partijen staan, onbekwaam als getuige op te treden, zodat zij slechts in enkele bepaalde gevallen mogen worden gehoord. Een getuige beneden de leeftijd van 15 jaren wordt in strafzaken niet beëdigd, maar door de rechter aangemaand de gehele waarheid en niets dan de waarheid te zeggen. De door die getuige afgelegde verklaring is wettig bewijsmiddel.

In België mogen kinderen beneden 15 jaar en personen die bij een gerechtelijke beslissing werden ontzet uit het recht te getuigen, niet onder ede ondervraagd worden. Ascendenten en afstammelingen, broers en zusters of aanverwanten in dezelfde graad, man of vrouw, zelfs na een echtscheiding, mogen niet tegenover elkaar getuigen (art. 156 WSv). Getuigen worden per deurwaarderexploot gedagvaard. Indien zij niet verschijnen kunnen zij veroordeeld worden tot een geldboete van BF100 (x 40). In geval zij niet verschijnen bij een tweede oproeping kan de rechtbank bevelen, dat zij door de agenten der openbare macht met geweld tot voor de rechtsmacht zullen geleid worden. De getuigen die veroordeeld worden, kunnen indien zij een geldende reden aanvoeren bij de tweede oproeping of bij de volgende zitting van de rechtbank ontslagen worden van de geldboete (art. 158 WSv).

Bij notariële akten zijn slechts getuigen nodig ingeval één der partijen blind of doofstom is of niet kan tekenen, zomede bij schenkingen, huwelijkscontracten en testament.

< >