Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

front

betekenis & definitie

[Lat. frons, voorhoofd, voorzijde], o. (-en),

1. voorzijde van een gebouw, een monument, een sluis, een kast enz.; bij uitbreiding iedere vrijstaande gevel;
2. voorzijde of eerste gelid van een troepenopstelling; voor het — komen, ook oneig.: voor den dag komen; ook: met iets voor het — komen; — maken, een troepenafdeling zich zo laten opstellen dat de langste linie de voorzijde is; — maken naar, zich met de langste linie als voorzijde richten naar; pal staan, zich verzetten, (fig.) van — veranderen, van houding, richting veranderen;
3. de naar de vijand gerichte zijde van een strijdmacht; ook de tegenover elkaar liggende linies van twee partijen samen: naar het — gaan; een doorbraak van het vijandelijke
4. scheidingslijn tussen koude en warme luchtmassa’s (e);
5. vlak waar de delfstof gewonnen wordt (e): het — van een galerij, van een pijler;
6. stuk groot vuurwerk;
7. halfhemdje, gesteven linnen of katoenen kledingstuk waaraan het halsboord bevestigd is.

(E) METEOROLOGIE Ruimtelijk gezien worden twee luchtsoorten van elkaar gescheiden door een zgn. frontvlak. De snijlijn van dit vlak met het aardoppervlak (of een ander niveau) heet front. Bij het passeren van een front veranderen een aantal natuurkundige grootheden vrij plotseling (temperatuur, relatieve vochtigheid, luchtdichtheid en het gehele verticale temperatuurverloop in de lucht). Ook veranderen meestal richting en snelheid van de wind. Het weer aan weerszijden van het front is verschillend van karakter. Men onderscheidt al naar gelang de aard: warmtefront, koufront, occlusiefront, hoogtefront.

Een frontvlak staat nooit geheel verticaal, maar heeft een zekere helling. Koufronten staan steiler dan warmtefronten. Hoewel fronten als lijnen op weerkaarten worden aangegeven, vormen fronten en frontvlakken in de natuur smalle overgangszones. Een front gaat meestal vergezeld van een zone met bewolking en neerslag, die een gevolg zijn van de stijgende luchtbewegingen langs het front. Bij een warmtefront is deze zone meestal aanzienlijk breder dan bij een koufront. De wolkenbasis ligt in het front zelf gewoonlijk het laagst.

Het naderen van een front gaat verder meestal gepaard met een daling van de luchtdruk, die bij het overtrekken van het front niet doorzet. De snelheden waarmee fronten zich bewegen, zijn zeer verschillend. De snelheid hangt af van de windsnelheid loodrecht op het front aan de achterzijde. Soms bewegen fronten zich met een snelheid van meer dan 100 km/h. Een front kan echter ook stationair zijn. Fronten hangen meestal samen met depressies.

In de hogere luchtlagen bevindt zich boven belangrijke fronten een zone met veel wind, die in het overgangsgebied tussen de luchtsoorten op die hoogte is gelegen. Deze zone, die gekenmerkt wordt door grote horizontale temperatuurverschillen in de richting loodrecht op de stroming, wordt wel frontale zone genoemd. Bij grote windsnelheden spreekt men van straalstroom.

LiTT. H.Flohn, Klimaat en weer (1968); F.H.Schmidt, Inl. tot de meteorologie (4e dr. 1974). MIJNBOUW. Het front is de ertswand, langs een winningsplaats, die dagelijks afgehouwen wordt om de produktie te verzekeren, of de steenwand, op het uiteinde van een galerij, die afgeschoten wordt om de galerij te verlengen. Het front verplaatst zich dus dagelijks, hetgeen aan de mijnexploitatie haar mobiel karakter geeft.