[Fr.] (exploiteerde, heeft geëxploiteerd), (overg.)
1. (een bezit of arbeidskrachten) gebruiken om er voordeel uit te trekken, winstgevend maken: een stuk grond —;
2. misbruik maken van iemands arbeidskracht, zijn diensten of zijn goedgeefsheid uitbuiten; (onoverg.)
3. exploten doen.