Ethiopische prov. die het kustgebied aan de Rode Zee beslaat, 117600 km2, 2 mln. inw. Hoofdstad: Asmara.
Van de kust stijgt het land snel in terrassen tot het plateau. Langs de Rode Zee een zandige vlakte, zeer heet met regenval van nov.apr. Het plateau heeft een koel, gezond klimaat. De helft van de inwoners is islamitisch, de overigen zijn Kopten. Landbouw wordt op het plateau beoefend (graan, katoen, koffie en tabak). Er zijn irrigatiewerken o.a.
Zoela, Belua, de vlakte van Tessenai (stuwwerk in de Gash); aan de kust nomadische veehouderij (export van huiden en vellen). Er liggen goudmijnen in het landschap Hamasan. Zoutwinning vindt langs de kust plaats. GESCHIEDENIS. In de 7e eeuw v.C. trokken Arabische stammen over de Rode Zee en stichtten een koninkrijk, dat zijn macht uitstrekte over het hoogland van Eritrea en Noord-Ethiopië. Overblijfselen van tempels, zuilen, obelisken en Himjaritische inscripties getuigen van de macht en de hoge cultuur van dit rijk.
De hoofdstad was Aksoem, de haven Adoelis. Na 88 maakten zich de Arabieren, na 1500 de Turken meester van de kustplaatsen. In 1889 verenigde Italië al zijn bezittingen langs de Rode Zeekust tot de kolonie Eritrea. In 1935-36 werd Ethiopië veroverd en met Eritrea en Italiaans Somaliland verenigd tot de kolonie Italiaans Oost-Afrika. In de Tweede Wereldoorlog werd dit gebied in 1941 door Engeland veroverd. Bij het vredesverdrag van 1947 zag Italië af van alle rechten op Eritrea.
Een resolutie van de VN verklaarde Eritrea tot een autonoom gebied in een federatie met Ethiopië onder de Ethiopische kroon. In 1962 werd het door het parlement van Ethiopië tot prov. van Ethiopië verklaard. In 1958 werd het Erithrean Liberation Front (ELF) opgericht om onafhankelijkheid te verkrijgen; waaruit in 1972 het Peoples Liberation Front (PLF) zich afsplitste. Eind 1974 en begin 1975 vonden er heftige gevechten plaats op Asmara, waarbij het Ethiopische leger enig overwicht verwierf. Uit Eritrea vluchtten ca. 10000 mensen naar Soedan wegens het platbranden van de dorpen door het leger. Desondanks bleef het platteland in handen van ELF (in 10.1975 trad de PLF weer toe tot de ELF), LITT. E.S. en R.K.P.Pankhurst, Ethiopia and Erithrea (1953).
