[Ital., staart], v./m. (-’s),
1. aangehangen slot bij muziekstukken met zich herhalende gedeelten, het geeft als het ware een resumé van de gehele inhoud;
2. aan een letterkundig sonnet toegevoegde regel of strofe. De coda als vierde onderdeel van de sonatevorm kan zeer uitgebreid zijn, een resumé geven van het voorafgaande, of ook weer nieuw thematisch materiaal aandragen.