o., (ook: bladgroen), de kleurstof waaraan groene planten hun kleur danken.
(e) Chlorofyl bestaat uit een porfyrine-ring, met daaraan gehecht een fytolgroep (→chloroplast, afb.). Een van groen afwijkende bladkleur hoeft niet te wijzen op afwezigheid van chlorofyl. Bij de bladeren van de bruine beuk b.v. wordt de groene kleur gemaskeerd door het →anthocyaan, een kleurstof die geen betekenis heeft voor de fotosynthese.
Doordat chlorofyl goed oplosbaar is in olie, is het aanwezig in bijna alle niet-geraffineerde plantaardige oliën en vetten, met uitzondering van de grondnotenolie.
Het bacteriochlorofyl dat alleen voorkomt bij enkele groepen bacteriën, heeft een ander absorptiespectrum dan het chlorofyl van de planten: het absorptie-maximum van bacteriochlorofyl ligt tussen 700 en 1100 nm, dat van chlorofyl tussen 650 en 700 nm. Bovenbedoelde bacteriën vertonen een vorm van fotosynthese waarbij geen H20 maar H2S wordt gebruikt.