Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

aankleden

betekenis & definitie

aan'kleden (kleede aan, heeft aangekleed), 1. de kleren aantrekken (m.n. de bovenkleren); 2. zich —, m.n. de kleren aantrekken waarin men zich ergens vertonen wil of die men buitenshuis draagt: mevrouw kleedt zich aan; 3. (fig.) een kamer —, stofferen, de meubelen erin plaatsen; een huis, een toneel —; aangekleed.