Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

Aalto

betekenis & definitie

Aalto, Hugo Henrik Alvar, Fins architect en meubelontwerper, *3.2.1898 Kuortane. Aalto studeerde tot 1921 architectuur te Helsinki onder leiding van A.E.Lindgren. Na studiereizen door Scandinavië en Midden-Europa verwierf hij met zijn eerste grote werken in de zgn. international style, zoals de bibliotheek van Viipuri (1927) en het sanatorium te Paimio (1929), internationale bekendheid. Het in Finland rijkelijk voorkomende hout gebruikte Aalto vooral om zijn esthetische mogelijkheden, zowel in meubels (de Artek-meubelen) als in bouwwerken (o.a. het Finse paviljoen op de Wereldtentoonstelling 1937 te Parijs).

Van 1945-49 doceerde hij aan het Massachusetts Institute of Technology en bouwde daar het studentenhuis (1947-49). Na 1945 vond Aalto zijn eigen vorm in de Europese functionalistische architectuur. In tegenstelling tot de architecten van het auhaus gebruikte hij bouwmaterialen juist om hun ambachtelijk-esthetische eigenschappen, vnl. hout, baksteen, natuursteen en ruw beton.

Aalto is ook belangrijk als stedebouwkundige, o.a. voor het stadscentrum van Helsinki. Belangrijke werken: stadhuis, Saynatsalo (1950-52), kerk, Vuoksenniska bij Imatra (1956-58), woonhuis op de Interbau-Ausstellung, West-Berlijn (1955-57), het cultuurhuis (1955-58) en de congres- en concerthal in Helsinki (1967), cultureel centrum en Stephanskirche, Wolfsburg, en het museum in Aalborg (1958-72).

LITT. F.Gutheim, A.Aalto (1960); K.Fleig, A. Aalto (1963); L.Alosso, L’opera di A.Aalto (1965).

< >