Definities van Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie B
- Bijzon
- Bijzonder
- Bikhamer
- Bikkel
- Bikken
- Biksteen
- Bil
- Biljart
- Biljoen
- Billen
- Billet, Biljet
- Billijk
- Billioen
- Bilnaad
- Bilzenkruid
- Bind
- Bingelkruid
- Bink
- Binnen
- Birkwortel
- Bisdom
- Bismuth
- Bisschop
- Bit
- Bits
- Bitter
- Blaadje
- Blaag
- Blaam
- Blaar
- Blaas
- Blaauw
- Blad
- Bladeren
- Bladgeel
- Blaffen
- Blafkaken
- Blaken
- Blaker
- Blank
- Blanketdoos
- Blaten
- Blazen
- Blazoen
- Bleek
- Bleekert
- Bleekgeel
- Bleeten
- Blei
- Bleik
- Blein
- Bles
- Blijd, Blij, Blijde
- Blije, Blijde
- Blijeindend
- Blijk
- Blijmare
- Blijspel
- Blijven
- Blik
- Bliksem
- Blikslager
- Bliktanden
- Blind
- Blinde
- Blinden
- Blindgeborene
- Blinding
- Blink
- Blip
- Bloed
- Bloedbad
- Bloedeloos
- Bloeden
- Bloedgang
- Bloedhond
- Bloedig
- Bloedkleur
- Bloedsomloop
- Bloedsteen
- Bloei
- Bloem
- Bloemengaarder
- Bloemgodin
- Bloesem
- Blok
- Blokken
- Blokkenmaker, Blokmaker
- Blokker
- Blokland
- Blond
- Bloô
- Blood
- Bloohartig
- Bloot
- Blootshoofds
- Blootwol
- Blos
- Blouwel
- Blozen