Groep uitgestorven primaatachtige zoogdieren; directe zustergroep van de primaten
De orde Primates valt in de systematiek van de zoogdieren in de groep Euarchontoglires, waartoe ook boomspitsmuizen (Scandentia), colugo’s (Dermoptera), knaagdieren (Rodentia) en hazen en konijnen (Lagomorpha) behoren. Maar geen van deze groepen biedt enig houvast bij de verklaring voor de oorspong van de primaten, want ze zijn allemaal nogal verschillend van de huidige halfapen of apen.
De dieren die het dichtst bij de oorspronkelijke primaten komen zijn de Plesiadapiformes, een groep fossielen gevonden in de Verenigde Staten. Aanvankelijk werden deze dieren gerekend binnen de orde Primates zelf, maar tegenwoordig ziet men ze als een aparte orde binnen de groep Euarchonta.
De Plesiadapiformes vormden een groep van dieren met verschillende lichaamsvormen, zowel klein als middelgroot, waarschijnlijk grotendeels in de bomen levend maar ook terrestrisch. Ze hadden geen platte nagels aan hun vingers zoals de primaten, maar klauwen, met een grote hallux-abductie, die de indruk wekken dat ze geschikt waren om takken mee vast te pakken. Ook konden ze waarschijnlijk goed springen. De schedels doen erg denken aan die van spookdiertjes en maki’s, maar de hersenen waren kleiner en de ogen waren zo geplaatst dat er geen overlap was van het linker en rechter gezichtsveld. Het fossiel van Carpolestes simpsoni, beschreven in 2002 en 56 Ma oud, geeft vanwege de compleetheid een goed beeld van deze dieren.
Plesiadapiformes kunnen gezien worden als de stamgroep van de primaten en als overgangsvorm tussen de Scandentia (boomspitsmuizen) en de twee uitgestorven voorouderlijke primatengroepen, Adapidae en Omomyidae, waaruit respectievelijk de Strepsirrhini en de Haplorrhini evolueerden.