Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 10-12-2019

Plesiomorf

betekenis & definitie

Primitief in de zin van oorspronkelijk; gaat terug op een evolutionaire voorouder

Een ander woord voor plesiomorf kenmerk is plesiomorfie. Het staat tegenover apomorf kenmerk (apomorfie), d.w.z. afgeleid kenmerk. Een plesiomorf kenmerk gaat terug op de voorouder terwijl een apomorf kenmerk juist niet bij de voorouder te zien is. Plesiomorfieën zijn conservatieve kenmerken, dat wil zeggen ze zijn tijdens de evolutie behouden gebleven. Ze worden gedeeld met veel andere leden van de groep en geven aan dat al die leden van dezelfde voorouder afstammen.

Strikt genomen is plesiomorfie een eigenschap van een kenmerktoestand. In de cladistiek redeneert men als volgt: kenmerken (“characters”) kunnen verschillende kenmerktoestanden (“character states”) aannemen en die kenmerktoestanden kunnen apomorf of plesiomorf zijn. Bijvoorbeeld, het kenmerk “kin” heeft een apomorfe kenmerktoestand bij de mens, namelijk “aanwezig”, terwijl hetzelfde kenmerk bij de neanderthaler een plesiomorfe toestand heeft, namelijk “afwezig”.

In de moleculaire fylogenie is elke basepaarpositie in het DNA die homoloog is over een aantal soorten op te vatten als een kenmerk dat in principe vier kenmerktoestanden kan aannemen, namelijk A, T, G of C. Als een polymorfe positie (SNP) een toestand heeft die overeenkomt met de voorouder maar ook een allelische variant die niet daarmee overeenkomt noem je de voorouderlijke variant een plesiomorfe kenmerktoestand.

Elke soort in een evolutionaire lijn heeft zowel apomorfe als plesiomorfe kenmerken. Als het gaat om opvallende morfologische structuren spreekt men van mozaïek-evolutie. Zo valt het bijvoorbeeld op dat het fossiel van Australopithecus afarensis in allerlei opzichten plesiomorf is (hersenvolume, prognaath gezicht), maar in andere opzichten juist apomorf (positie foramen magnum, vorm van het bekken).