Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 14-07-2020

Pancreas

betekenis & definitie

Alvleesklier; klier van de middendarm van gewervelde dieren die spijsverteringsenzymen afgeeft aan de darm en hormonen aan het bloed

In de embryonale ontwikkeling van de mens vormt zich rond dag 26 tegenover de ventraal gelegen leveraanleg een tweede diverticulum (blindzak) aan de dorsale zijde van de middendarm. Daarna ontstaat direct onder de lever nog een derde diverticulum, de ventrale pancreas. Deze laatste migreert naar de andere zijde, fuseert met de dorsale pancreasaanleg terwijl de ventrale afvoergang zich omvormt tot galgang. Als rond dag 35 de maag een kwartslag om haar as draait komen de gefuseerde pancreaslobben aan de linkerzijde te liggen en de lever aan de rechterkant.

De pancreascellen differentiëren in twee lijnen: endocriene cellen die zich verenigen in de eilandjes van Langerhans en hormonen (insuline, glucagon) afgeven aan het bloed en exocriene acinuscellen die rond een holte (acinus) liggen en spijsverteringsenzymen (amylase e.a.) afgeven aan de darm.

In principe hebben alle gewervelde dieren pancreasachtig weefsel, maar de exocriene en endocriene cellen liggen niet altijd in één orgaan zoals bij de meeste zoogdieren. Bij Cephalochordata en Urochordata liggen de twee typen cellen verspreid langs de darm. Dit is ook het geval bij de larve van zeesterren (Echinodermata). De pancreas van de mens gaat terug op de voorouder van de Deuterostomia.

Ook bij ongewervelde dieren komen blindzakken van de middendarm met een pancreasfunctie voor. Vaak is die gecombineerd met de opname van voedsel door fagocytose. Dit is het geval bij de hepatopancreas van kreeftachtigen (Crustacea) en de middendarmklier van weekdieren (Mollusca). Deze organen zijn functioneel vergelijkbaar met de lever en pancreas van Vertebrata, maar niet als evolutionair homoloog te beschouwen.