Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 08-08-2019

Oud DNA

betekenis & definitie

Nucleotidesequentie verkregen uit een fossiel of andere overblijfselen van mensen, dieren of planten die leefden in het verleden

De analyse van oud DNA (“ancient DNA”) is omstreeks 2004 begonnen en heeft vooral vanaf 2015 een hoge vlucht genomen. Aanvankelijk kon men alleen mitochondriaal DNA betrouwbaar isoleren, later ook nucleair DNA.

Het betrouwbaar uitlezen van oud DNA is zeer specialistisch werk dat maar door enkele laboratoria ter wereld goed kan worden uitgevoerd. Het bekendst is de groep van de Zweed Svante Pääbo aan het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig, Duitsland. Ook David Reich aan Harvard Medical School, U.S., timmert erg aan de weg; zijn lab heeft van het uitlezen van oud DNA een “high throughput”-procedure gemaakt.

In 2010 slaagde de groep van Pääbo er in om een genoomsequentie van de neanderthaler samen te stellen. Vergelijking met het genoom van de mens leidde toen tot de verbluffende conclusie dat mens en neanderthaler gekruist hebben.

Een andere belangrijk resultaat van het oud DNA-onderzoek is dat de mensen die vroeger op een plek leefden in veel gevallen niet verwant zijn aan de mensen die daar nu leven. Het blijkt dat volksverhuizingen en genetische menging een doorslaggevende invloed hebben gehad op alle volkeren ter wereld, waardoor vrijwel niemand kan bogen op “oorspronkelijk” DNA.

Op dit moment ligt het ouderdomsrecord op 400.000 jaar. Men vermoedt dat 1 miljoen jaar ook mogelijk moet zijn, maar veel verder zal men niet kunnen komen. De betrouwbaarste analyses zijn van monsters uit permafrost-gebieden. Bevriezen is een goede methode voor DNA-conservering, drogen is erg slecht. Tropische fossielen (Floresmens, Homo naledi) hebben nog geen oud DNA opgeleverd.