Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 17-01-2020

Orthognaath

betekenis & definitie

Aanduiding voor de typerende platte voorkant van de menselijke schedel, zonder een naar voren stekende snuit die we zien bij de mensapen

Naast het grote hersenvolume is een van de meest opvallende kenmerken van de menselijke schedel het vrijwel platte gezicht. De oorspronkelijke situatie, die we zien bij mensapen noemen we prognaath. Alle homininen hebben een zekere vorm van prognathie, ook de meest recente zoals Homo erectus, de Heidelbergmens en de neanderthaler. In de loop van de evolutie is dat geleidelijk verdwenen.

Het orthognaath worden van de schedel hangt samen met andere kenmerken zoals een kleine onderkaak, een parabolische vorm van de dentale boog en het verschijnen van een kin. Bij de mens is door de verkorte onderkaak nauwelijks ruimte voor de achterste gebitselementen. De derde molaar, de verstandskies, staat soms in het opgerichte deel van de onderkaak en breekt vaak onvolledig door; hij is bij de mens rudimentair geworden. Bij de neanderthaler staan alle drie molaren achter elkaar en is er zelfs achter de verstandskies een zogenaamde retromolare ruimte. Door de naar achteren teruggetrokken dentale boog steekt bij de mens de onderkant van de kaak uit ten opzichte van de snijtanden: wij hebben een kin (mentum).

De afwezigheid van een retromolare ruimte en de aanwezigheid van een kin zijn typerend voor Homo sapiens. Neanderthalers hebben geen kin. Ook de Floresmens heeft geen kin en dit was indertijd een belangrijk argument tegen de stelling dat het H. sapiens kon zijn.

Bij primaten neemt de mate van prognathie tijdens de ontwikkeling van foetus tot volwassen individu sterk toe. Het orthognathe gezicht van de mens is daarom te zien als een gevolg van neotenie.