Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 29-09-2019

Homininen

betekenis & definitie

Alle op twee benen lopende aapmensen en mensachtige wezens die vanaf ongeveer 7 miljoen jaar geleefd hebben en waarvan Homo sapiens de enige nog levende vertegenwoordiger is

Het definiërend kenmerk van de homininen is het lopen op twee benen. Ze splitsten af van de mensapen en gingen op de savanne leven in plaats van in de bomen. Dat werd een groot succes. Er ontstonden niet minder dan 26 soorten, die allemaal uitgestorven zijn behalve Homo sapiens. Bekende uitgestorven homininen zijn Australopithecus en de neanderthaler.

“Homininen” slaat op de subfamilie Homininae, die valt onder de familie Hominidae. Tot de Hominidae worden behalve H. sapiens ook de chimpansee en de gorilla gerekend. Hominidae vallen op hun beurt onder de superfamilie Hominoidea, waar alle mensapen bij ingedeeld worden, ook de orang-oetan en de gibbons.

Dat de mens tot dezelfde familie gerekend wordt als de chimpansee en de gorilla is een relatief recent inzicht. Vroeger werden de grote mensapen samengenomen in de familie Pongidae en omvatte Hominidae alleen de mens. Maar deze indeling is niet correct in evolutionaire zin want de mens is meer verwant aan de chimpansee en de gorilla dan aan de orang-oetan. In de moderne biosystematiek wil men dat elke groep monofyletisch is, dat wil zeggen dat de leden van een groep alle afstammelingen van één voorouder bevatten.

De classificatie van soorten is het onderwerp van de taxonomie. Daarin wordt een strikt hiërarchisch systeem van klassen, ordes, families, e.d. gehanteerd, waar vaak de toevoegingen “sub” (onder) en “super” (boven) aan toegevoegd worden om meer onderscheid te kunnen maken. De diverse taxonomische eenheden hebben veelal herkenbare uitgangen, namelijk “-inae” voor een subfamilie, “-idae” voor een familie en “-oidea” voor een superfamilie.