Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 14-07-2020

Homo erectus

betekenis & definitie

Uitgestorven mensachtige levend van ongeveer 2 miljoen tot 500 duizend jaar geleden, die grote delen van de wereld koloniseerde en waarvan de Afrikaanse variant te beschouwen is als de voorouder van de moderne mens

De naam Homo erectus betekent letterlijk “rechtop lopende mens”. Met H. erectus vinden vele evolutionaire tendensen hun voltooiing: de positie van de tenen, de lengte het been en de vorm van de heup zijn allemaal vrijwel modern geworden, terwijl oudere homininen zoals Australopithecus nog een overgangsstadium laten zien. Ook het habitatgebruik van H. erectus is nieuw: het is de eerste soort met aanwijsbaar jachtgedrag en een levenswijze in een thuisbasis. Met H. erectus zie we ook een nieuw type vuistbijl, de zogenaamde Acheuleaanse cultuur. Tenslotte is H. erectus de eerste hominine die vanuit Afrika over de wereld migreerde, tot ver in Azië.

De vergroting van de hersenen, hoewel reeds ingezet bij de oudere homininen, is bij H. erectus in een versnelling gekomen. In andere opzichten is de schedel echter nogal primitief, met een lichte sagittale kiel, een zware torus supraorbitalis en een enigszins prognaath aangezicht.

Het eerste H. erectus-fossiel werd in 1889 gevonden door de Nederlandse paleontoloog Eugène Dubois nabij het plaatsje Trinil, Midden-Java. Het betrof een schedeldak, een vrij compleet dijbeen en enkele kiezen. Het fossiel staat bekend als de “Javamens” en wordt bewaard in Naturalis. Later zijn op andere plaatsen in Indonesië en China meerdere fossielen van H. erectus gevonden. De Afrikaanse erectus-achtige fossielen werden aanvankelijk ook H. erectus genoemd maar heten nu meestal H. ergaster. Andere paleontologen nemen echter alles samen: de Javamens, de Pekingmens, H. ergaster uit Afrika, H. antecessor uit Spanje en H. georgicus behoren dan allemaal tot H. erectus, een morfologisch zeer diverse soort.