Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 30-05-2020

Amphioxus

betekenis & definitie

Lancetvisje; ongewerveld chordadier van het genus Branchiostoma, dat in zijn lichaamsbouw heel goed de oorspronkelijke organisatie van de gewervelde dieren laat zien

Lancetvisjes, mariene dieren van enkele cm lang, voeden zich door plankton uit het water te zeven met behulp van spleten in hun keelholte, verstevigd met bogen. Dit filtratie-apparaat treffen we in aanleg aan bij alle Chordata, tot en met de mens, maar de functie is bij de gewervelde dieren verloren gegaan. Bij de vissen worden de bogen gebruikt om de kieuwen aan op te hangen (vandaar kieuwbogen). Bij zoogdieren zijn de kieuwbogen alleen herkenbaar in het vroege embryo; ze worden daarna omgevormd tot onderdelen van het middenoor, het tongbeen en het strottenhoofd.

Ook op andere punten laat Amphioxus typische vertebratenkenmerken zien: chorda, dorsaal zenuwstelsel, gesegmenteerd aangelegde spieren, ventraal hart, staart na de anus. De larve van Amphioxus lijkt bovendien op de larve van kaakloze vissen.

Lancetvisjes behoren tot het subfylum Cephalochordata, de vroegste afsplitsing van de Chordata; daarna volgen Urochordata (manteldieren, o.a. zakpijpen) en het verreweg grootste subfylum, Vertebrata.

Amphioxus is onder evolutiebiologen zo beroemd dat er zelfs een lied op is gecomponeerd. In navolging van Amerikaanse studenten op een zomerschool in Woods Hole zingen biologiestudenten van de Vrije Universiteit Amsterdam op de melodie van “It’s a long way to Tipperary” jaarlijks de Nederlandse versie van het Amphioxuslied:

't Is een heel eind van Amphioxus
't Is een heel eind en route
't Is een heel eind van Amphioxus
Naar een mens van vlees en bloed
Gooi weg, die vin en kieuwspleet
Onthaal de tand en ’t haar!
't Is een heel eind weg van Amphioxus
Toch kwamen wij van daar!