Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 27-08-2023

Tongbeen

betekenis & definitie

Klein hoefijzervormig bot in de halsstreek tussen het strottenhoofd en de onderkaak

Het tongbeen of os hyoides is met pezen en spieren verbonden met de tong en het strottenhoofd (larynx) maar articuleert niet met andere onderdelen van het skelet. Vanwege de vrije ophanging en het tere karakter wordt het niet vaak als fossiel aangetroffen. We kennen een compleet fossiel tongbeen van de neanderthaler, dat in 1989 gevonden werd in de Kebara-grot in Israel. Ook in een opgraving bij Atapuerca (Spanje) zijn fossiele tongbeenderen gevonden van 530.000 jaar oud, die toegeschreven worden aan Homo heidelbergensis. Deze overblijfselen zijn vrij incompleet.

De vorm van het tongbeen wordt vaak aangevoerd in discussies over de evolutie van taal. Het neanderthaler-tongbeen wijkt enigszins af van dat van de mens: de punten lopen wijder uit, maar of dit een functionele betekenis heeft is de vraag. Ook de tongbeenderen van H. heidelbergensis vallen binnen dit bereik. Er is bovendien veel variatie, o.a. door seksuele dimorfie. Het hyoides van de chimpansee heeft een verbreed gedeelte, de bulla, het aanhechtingspunt voor de luchtzakken. Australopithecus heeft dit ook nog, maar bij latere homininen is deze bulla verdwenen. De vorm van het tongbeen vormt waarschijnlijk geen beletsel voor een mensachtige spraak bij alle homininen na Australopithecus.

Het tongbeen is deels afgeleid van de tweede kieuwboog die in het menselijk embryo aangelegd wordt als het kraakbeen van Reichert. De homologe kieuwboog bij de vissen (die geen kieuw draagt) wordt dan ook hyoïdale boog, of tongbeenboog, genoemd. Het kraakbeen van Reichert vormt ook het stylohyoïd ligament (een bindweefselstreng tussen het tongbeen en het middenoor) en één van de middenoorbeentjes, de stijgbeugel of stapes.