Natuurdiëtisten Nederland

Marijke de Waal Malefijt (2020)

Gepubliceerd op 12-03-2020

Endorfinen en exorfinen

betekenis & definitie

Endorfinen zijn het snelst werkende antistresshormoon, een antidepressivum en natuurlijke angstremmer. Exorfinen zijn morfineachtige deeltjes uit gluten, zuivel, soja en spinazie.

Een slecht werkend endorfinesysteem ervaart men als ‘iets tekort komen’ in het leven. Het ‘lege’ gevoel wordt gecompenseerd met meer eten, vaak met ‘lege’ koolhydraten.

Endorfine is ook een stof die de hersencellen beschermt en opnieuw aanmaakt. Daarnaast is het betrokken bij celherstel, het dopaminesysteem, de hormoonhuishouding, stressweerstand, het opruimen van oxidatieve stress, vruchtbaarheid, pijnmodulatie, zintuiglijke prikkels, motoriek, en geheugen.

Het endorfinesysteem is een verzamelnaam voor een netwerk van verschillende opioïde receptoren. Een ‘opioïde’ is een morfineachtige stof die zich kan hechten aan een ontvankelijke receptor. Opioïden bestaan in lichaamseigen of lichaamsvreemde vorm. Drugs, geneesmiddelen (codeïne, morfine) en exorfinen, een stof in bepaalde voedingsmiddelen, zijn lichaamsvreemde opioïden.

Receptoren zijn eiwitten in het celmembraan, het cytoplasma of de celkern, waar een specifiek molecuul aan kan binden. Endorfine activeert en remt de werking van o.a. diverse neurotransmitters, hormonen, immuuncellen, ontstekingsstoffen en genen. Zo zorgt endorfine voor vrijgave van dopamine en insuline en vermindert het allergische reacties.

De endorfinereceptoren bevinden zich in het hele lichaam, maar de grootste concentratie bevindt zich in de hersenen, huid, het maag-darmkanaal, witte bloedcellen, het beenmerg en ruggemerg.


Exorfinen zijn morfineachtige deeltjes uit gluten, zuivel, soja en spinazie.
Ze belasten de werking van het endorfinesysteem. In gezonde omstandigheden heeft het lichaam de beschikking over specifieke enzymen (DPP-IV) die deze exorfinen neutraliseren door ze om te zetten in aminozuren. Door een overmaat aan exorfinen, genetische factoren en omgevingsfactoren die de werking van deze specifieke enzymen afremmen, kan er een exorfinenoverbelasting ontstaan met een endorfineresistentie tot gevolg. Hierdoor wordt de vrijgave van dopamine en serotonine geblokkeerd.

Dopamine is de neurotransmitter die verantwoordelijk zou zijn voor een gezonde assertiviteit, seksuele opwinding, een goed immuunsysteem en een goed werkend zenuwstelsel. Dopamine is een van de meest kwetsbare neurotransmitters. Het dopaminegehalte kan worden aangetast door stress of slaaptekort.

Serotonine is de kalmerende neurotransmitter. Het bevordert tevredenheid en is verantwoordelijk voor een normaal slaappatroon. Serotonine speelt een cruciale rol in het reguleren van het geheugen, het leren en de bloeddruk. Verder is het belangrijk voor een gezonde eetlust en het behoud van een constante lichaamstemperatuur.
Een laag serotoninegehalte kan leiden tot slapeloosheid, depressie, agressie, verhoogde pijngevoeligheid en wordt in verband gebracht met dwangmatige eetstoornissen.

De werking van exorfinen is vergelijkbaar met die van morfine en endorfine. Mensen die langdurig worden behandeld met morfine, krijgen problemen met de werking van het endorfinesysteem. Deze mensen ontwikkelen al na een paar weken endorfineresistentie.

Mensen met een hoge exorfinenbelasting kunnen allerlei klachten ontwikkelen. In het begin voelt men zich sneller moe, de aandacht verslapt en motivatie is moeilijker vol te houden. Vervolgens neemt de stress-weerstand af, neemt de suikerbehoefte toe en worden er spierspanningen opgebouwd in het lichaam. Daarnaast kunnen er immuunproblemen optreden waaronder astma en allergieën. Het woord auto-immuunziekte als ‘diagnose’ krijgen mensen steeds vaker te horen als ‘oorzaak’ van hun klachtenpatroon.

De voornaamste oorzaken van de exorfinen- en endorfineproblematiek zijn de toegenomen inname van tarwe en andere glutenrijke voedingsmiddelen en zuivel en veredeling van de tarwegranen (tarwe bevat 5 tot 10 keer gluten-exorfinen dan 100 jaar geleden). Maar ook wijziging van A2-caseïne-melk naar de A1-variant, die meer caseïne, een zeer krachtige opioïd, bevat, waardoor de hoeveelheid melk-exorfinen met meer dan 5.000 % toenam.

In totaal zijn er meer dan 300 aandoeningen bekend die verband houden met gluten, zoals diabetes, dementie, CVS, fibromyalgie, psoriasis, epilepsie en (reumatoïde) arthritis. Ondanks de omvangrijke wetenschappelijke kennis hierover wordt er weinig mee gedaan. Hoofdzakelijk omdat de reguliere medische opleidingen weinig aandacht schenken aan voedingsgerelateerde pathologie.