zinsdeel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: zins-deel
1. de eenheid waar zinnen uit zijn opgebouwd
♢ de zin 'straks / wandelen / we / naar huis' bestaat uit vier zinsdelen
Zelfstandig naamwoord: zins-deel
het zinsdeel
de zinsdelen
Gepubliceerd op 14-11-2017
zinsdeel
betekenis & definitie