zichtbaar - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: zicht-baar
1. wat je kunt zien
♢ de top van de berg is nu zichtbaar
1. hij is zichtbaar gelukkig
[je kunt zien dat hij dat is]
2. duidelijk
♢ hij was zichtbaar opgelucht
Bijvoeglijk naamwoord: zicht-baar
... is zichtbaarder dan ...
het zichtbaarst
de/het zichtbare ...
iets zichtbaars
Tegenstellingen
onzichtbaar
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk