zaal - zelfstandig naamwoord
1. grote ruimte in een gebouw
♢ in een van de zalen werd gedanst
2. publiek in een zaal
♢ de zaal was erg enthousiast
1. een zaal plat krijgen
[het publiek inpalmen]
Zelfstandig naamwoord: zaal
de zaal
de zalen
het zaaltje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk