Synoniemen zoeken
Synoniem van zaal
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
zaal
zaal - groot vertrek dat meestal niet voor bewoning dient. Kastelen bezitten een ridderzaal. Men danst in een balzaal of danszaal. De zaal waarin een groep mensen eet, noem je een eetzaal. In een klooster is dat een refter of refectorium; in een restaurant heet deze zaal, waar op bestelling vlees wordt geroosterd en opgediend, een grillroom. Groepen mensen slapen op een slaapzaal; in een klooster: dormitorium. Openbare instellingen beschikken over een gehoorzaal, een zaal voor onder andere muziekuitvoeringen, voordrachten en recepties. De gehoorzaal van een universiteit, hogeschool, middelbare school of crematorium heet een aula. Een universiteit of hogeschool heeft een auditorium.
Zie: vertrek.
Zie: lokaal.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Zaal
Vertrek is het algemeene woord voor iedere afgeslotene ruimte in een huis maar wordt meest in meer deftigen stijl gebruikt. Kamer is het meest gebruikelijke woord. In sommige samenstellingen worden beide woorden gebezigd, z. a. woonkamer, woon¬vertrek, doch bij andere alleen kamer b.v. badkamer. Eene zaal is een groot vertrek; kabinet eene kleine kamer. Een dameskabinetje draagt den naam van boudoir.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
zaal
zaal - zelfstandig naamwoord
1. grote ruimte in een gebouw
♢ in een van de zalen werd gedanst
2. publiek in een zaal
♢ de zaal was erg enthousiast
1. een zaal plat krijgen
[het publiek inpalmen]
Zelfstandig naamwoord: zaal
de zaal
de zalen
het zaaltje