wandelend

betekenis & definitie

wandelend - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: wan-de-lend

1. die wandelt
♢ ruim baan voor de wandelende deelnemers!
1. wandelende tak
[langgerekt insect dat op een takje lijkt]
2. hij is een wandelend geraamte
[heel erg mager]
3. hij is een wandelende krant (encyclopedie)
[iemand die veel feitjes weet]
2. wat zich verplaatst
♢ in dit gebied is sprake van wandelende duinen
1. een wandelende nier
[die niet voldoende vastzit in het vetweefsel]

Bijvoeglijk naamwoord: wan-de-lend
de/het wandelende ...