wandelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: wan-de-len
1. lopen voor je ontspanning
♢ de toeristen wandelden door de stad
1. aan de wandel zijn
[wandelen]
Regelmatig werkwoord: wan-de-len
ik wandel
jij/u wandelt
hij/zij wandelt
wij/zij/jullie wandelen
ik/jij/u/hij/zij wandelde
wij/zij/jullie wandelden
hij heeft gewandeld
de/het/een gewandelde ....
wandelend, wandelende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk