vruchtbaar - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: vrucht-baar
1. wie in een bepaalde tijd veel werk verricht
♢ de schrijver was in een vruchtbare periode in zijn leven
2. wie kinderen of jongen kan voortbrengen
♢ zij is 35 jaar, dus nog in de vruchtbare leeftijd
3. wat veel vruchten voortbrengt
♢ dit land is vruchtbaar, we hadden een mooie oogst
Bijvoeglijk naamwoord: vrucht-baar
... is vruchtbaarder dan ...
het vruchtbaarst
de/het vruchtbare ...
Synoniemen
productief
Tegenstellingen
arm, onvruchtbaar
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk