veel - bijwoord, telwoord
1. grote hoeveelheid, groot aantal
♢ zij hebben veel kinderen
1. VEEL laad je op een boerenkar (TB)
[dat is pas veel]
2. op veel momenten, veel keren
♢ zij kijken veel televisie
3. wat niet allemaal nodig is
♢ ik heb te veel boeken voor mijn boekenkast
Algemene uitdrukkingen:
1. ik heb veel te veel brood bij me
[veel meer dan ik nodig heb]
2. weet ik veel!
[ik weet het echt niet, hoor]
Bijwoord: veel
Telwoord: veel
... is meer dan ...
het meest
vele ...
velen
Synoniemen
bende, boel, dikwijls, ettelijke, frequent, hoop, massa, meermaals, meermalen, menigmaal, regelmatig, stoot, talrijk, tig, vaak, veelvuldig
Tegenstellingen
enkel, kort, weinig
Gepubliceerd op 14-11-2017
veel
betekenis & definitie