voorlezen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: voor-le-zen
1. hardop lezen
♢ iedere avond moest vader een verhaaltje voorlezen
Onregelmatig werkwoord: voor-le-zen
ik lees voor (... ik voorlees)
jij/u leest voor (... jij voorleest)
hij/zij leest voor (... hij voorleest)
wij/zij/jullie lezen voor (... wij voorlezen)
ik/jij/u/hij/zij las voor (... ik voorlas)
wij/zij/jullie lazen voor (... wij voorlazen)
hij heeft voorgelezen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Nu tijdelijk een boek cadeau als welkomstgeschenk